Naar de andere kant

Helemaal in mijn nopjes ben ik met de beslissing om door het Nord-Ostsee-Kanal (NOK) naar de andere kant van Duitsland te varen. Het blíjft maar stevig waaien en Marleen en ik hebben onze portie ‘uitdagend zeilen’ wel even gehad. Dus aan de ene kant is het jammer dat we nu 100 kilometer gaan motoren, maar aan de andere kant is het ook wel een overzichtelijk vooruitzicht!

In Cuxhaven hebben we ervoor gekozen om niet in de grote marina te gaan liggen maar in de wat knussere City-Marina. Je moet dan wel door een ophaalbrug maar die gaat naar verluidt elk half uur open. Wij hebben de brug alleen maar op de hele uren open zien gaan, maar dat kan toeval zijn: het is nog niet bepaald druk. Sterker nog: overal hebben we het gevoel het eerste Nederlandse jacht van het seizoen te zijn. Zondagmiddag om 12:00 uur gaan we door de brug naar buiten de Elbe op. Richting het kanaal!

Het Nord-Ostsee-Kanal

Bij Brunsbüttel ligt het grote sluizencomplex waar we het NOK op kunnen varen. Er zijn twee oude sluiskolken en twee nog grotere nieuwe kolken. En een vijfde wordt op dit moment gebouwd. Als jacht ga je doorgaans door een van de twee oude kolken. Je moet buiten op de Elbe blijven wachten totdat je naar de kolk mag komen. Dat wordt getoond door een wit knipperend licht. Voordat dat licht getoond wordt mag je absoluut niet naar de kolk komen of je zelfs maar in de aanloop van de sluis bevinden. Toen ik het vooraf allemaal las klonk het ingewikkeld, maar eenmaal daar wijst het eigenlijk zichzelf. Bovendien hebben we geluk: een van de kolken is net uitgevaren en als een binnenvaarttanker er in is gevaren, mogen wij er direct achteraan. Alles overigens vriendelijk begeleid door het sluispersoneel via de marifoon (VHF 13). Het schutten gaat lekker vlot en voordat we het weten worden we vrijgelaten het NOK op.

Het NOK wordt ook wel Kielkanal of Kielerkanaal genoemd. Dit omdat het kanaal bij Kiel in de Kieler Fjord uitkomt. ‘Kielkanal’ is zelfs de officiële roepnaam die gebruikt wordt op de marifooncommunicatie. Het is de drukst bevaren route ter wereld die door mensenhanden is gemaakt. Er gaan 27.000 zeeschepen per jaar door het kanaal en ook nog eens dik 10.000 jachten.

Hangende veerpont Rendsburg

Het varen daar is niet moeilijk. Gewoon lekker aan stuurboordswal blijven en uit de buurt blijven van de grote jongens. Die komen in sluisladingen voorbij en tussendoor is het dus rustig. Er steken wel veel veerponten over. Maar ook die leveren weinig problemen op. De meest bijzondere veerpont is de hangende veerpont in Rendsburg. Deze veerpont vaart dus niet, maar hangt aan lange kabels aan de spoorbrug. De veerpont vervoert voetgangers, fietsers én auto’s.

In het kanaal mag je niet zeilen. Dus het is verplicht motoruren maken. Nu moet ik zeggen dat wij er op dagen varen dat er best wel veel wind is, maar door de bosrijke omgeving van het kanaal vaar je er erg beschut. Zeilen heeft dus niet heel veel zin. Je mag wel een zeiltje bijzetten, maar de motor moet altijd bijstaan.

Wat ook niet mag als jacht op het kanaal is in het donker varen. Dus voordat de avond valt moet je een plekje zoeken om te overnachten als het niet lukt het eindpunt bij Kiel-Holtenau te bereiken. Er zijn diverse mogelijkheden om aan te meren maar het plekje bij de sluis in het Gieselau-kanaal is wat mij betreft een topper. Wij hebben daar heerlijk overnacht met niets dan vogelgeluiden en rust om ons heen. En dat een paar honderd meter van zo’n druk bevaren kanaal! Er liggen lange steigers en volgens de kanaal-informatie is het geschikt voor jachten tot 2,40 meter diepgang. Mijn dieptemeter gaf echter aan dat het tot zeker 3,00 meter geen probleem moet zijn!

Kendu aan de steiger bij Gieselau-Schleuse

Het Gieselau-kanaal en de bijbehorende sluis verbinden trouwens het NOK met de Eider. Een rivier die zich door het noorden van Duitsland slingert en uitkomt in de Duitse waddenzee bij Tönning. Dat is dus óók een mogelijkheid om binnendoor van de Noordzee naar de Oostzee te komen. Ik heb me nu al voorgenomen deze route eens te gaan bevaren!

Maar voor nu dus verder oostwaarts naar Kiel-Holtenau. Daar ligt het eindpunt van het NOK en ook daar ligt een groot sluizencomplex. Wederom met twee oude, kleinere sluizen en wat nieuwere en tevens grotere sluizen. De oude sluizen worden echter gerenoveerd en dus gaan wij hier door een van de imposant grote sluizen het Kieler Fjord op. We zijn nu officieel ‘aan de andere kant’ en op de Oostzee en daar ben ik nog nooit geweest! Wat een belevenis! Direct om de hoek is een steiger waar je als jacht mag liggen als je het NOK op gaat of zojuist bevaren hebt en daar vinden we een beschutte plek voor de nacht. Je kunt er uitstekend boodschappen doen bij de nabij gelegen REWE supermarkt en de steiger beschikt zelfs over een watertappunt en zeer nette douches en toiletten!

De volgende dag waait het (natuurlijk) weer stevig. Maar omdat de wind van 25-30 knopen uit het westen waait en wij verder naar het oosten willen, vinden we dat niet zo’n probleem. Bovendien zitten we nu op de beschutte Oostzee. Doel is het zo’n 35 mijl verderop gelegen eiland Fehmarn en op de kaart kiezen we het lieflijke plaatsje Orth uit als onze eerste pleisterplaats.

Beschut of niet, het is toch wel een aardig stukje open zee daar tussen Kiel en Fehmarn en dat merken we. De golven die er lopen zijn zeker twee, misschien wel drie meter hoog en we surfen er regelmatig met 9-10 knopen op de log vanaf. Best wel lekker zeilen en ik moet een beetje afkruisen om het voorzeil vol te houden en klapgijpen van het gedeeltelijk gereefde grootzeil te voorkomen. En het is kóud! Volgens het weerbericht is het 7 graden maar vol in de wind doet de gevoelstemperatuur daar nog wat van af. Marleen en ik gaan daar allebei op onze eigen manier mee om: ik sta dik ingepakt buiten en Marleen ligt dik ingepakt binnen! Met de verwarming aan. Alleen haar neus is nog zichtbaar…

Marleen dik ingepakt binnen

Koud of niet, de tocht is er toch wel eentje om te herinneren. Grote golven rollen om ons heen en onder ons door. Soms breken de toppen en schijnt het zonlicht door het heldere water heen. Echt prachtig. Ik heb mijn best gedaan om het op foto vast te leggen maar iedereen die dat eerder heeft gedaan weet dat het vastleggen van golven op foto’s geen sinecure is. Het lijkt op de foto altijd een vlak zeetje…

Na een uurtje of vijf zeilen doemt het eiland Fehmarn en de Flügge Leuchtturm op aan de horizon. Evenals de imposante brug die het eiland, over de Fehmarn Sund heen, verbindt met het vaste land. Overigens wordt er op dit moment aan de noordkant van Fehmarn een tunnel gebouwd onder de Fehmarn Belt door naar Denemarken. Een imposant project omringd met superlatieven. Op YouTube staat er een mooi filmpje van. Met ook mooie beelden van Fehmarn zelf.

Het haventje Orth dat we hebben uitgekozen ligt aan een uitgestrekte lagune aan de zuidwestkant van het eiland. Prachtig afgeschermd water waar ik later over lees dat het een van de mooiste kite- en windsurfgebieden van Europa is. Dat geloof ik, want de wind waait er flink overheen terwijl het water in de lagune mooi vlak is. Wij steken de lagune dwars over en varen het bescheiden haventje van Orth via een duidelijk betonde geul binnen. Lekker rust en opwarmen!

Aan de horizon het haventje van Orth aan de mooie lagune

Marleen en ik maken de volgende dag een mooie wandeling over het eiland en zien herten, fazanten, schapen én een Jimi Hendrix-gedenksteen. Die heeft hier blijkbaar opgetreden op een festival in september 1970, twee weken voor zijn overlijden. En natuurlijk bezoeken we de vuurtoren. Vanaf de balustrade bij het licht, maak ik een foto van Orth en de Orther Reede zoals de lagune blijkt te heten.

De volgende dag zijn we van plan om slechts een haventje op te schuiven aan Fehmarn. Een tochtje van 8 zeemijl. Op alleen de genua waaien we Orth uit en gaan richting de Fehmarn Brücke. Deze is zo’n 22 meter hoog en kunnen we gemakkelijk passeren. En als we er eenmaal onderdoor zijn, dringt het tot ons door dat het wel een heel erg lekker windje is om wat verder door te zeilen. We ruilen de genua om voor de gennaker en zeilen 30 mijl oostwaarts naar Kühlungsborn, een moderne jachthaven aan de noordkust van de voormalige DDR.

Onder gennaker naar Kühlungsborn

Wij blijven maar een nachtje in deze haven die een mooie boulevard heeft met allerlei restaurantjes, een bakkerij en ‘Schmuck’. We willen graag naar Denemarken en met de voorspelde noordoostenwind moet Gedser net bezeild zijn. Het belooft wel weer een stevig tochtje te worden omdat de wind gedurende de dag steeds verder zal aantrekken maar we hebben er zin in!

Deens gastenvlaggetje

We doen vijf uur over de 30 mijl naar Gedser aan de uiterste zuidpunt van het Deense eiland Falster. Een tocht met twee gezichten: net na vertrek zit ik ontdaan van bovenkleding te genieten in de zon. Maar tegen de tijd dat we aankomen verlangen we, dik ingepakt, naar verwarming en warme douche… Maar we zijn wél in Denemarken!

Deze week:

177 zeemijlen

13,3 motoruren

18 antwoorden op “Naar de andere kant”

  1. Hey Twan, ik heb de route naar Noorwegen afgelopen week voor je ‘verkend’ 🙂 inmiddels weer retour. Mooie blog van jullie Twan! Ik wens jullie veel geluk en een behouden vaart!
    Hartelijke groet, John

  2. Is de voorgenomen totaal-route uit de blog verdwenen? Het regent hier en ik zit op te scheppen bij mijn golfvrienden maar kan de route niet meer vinden. Gisteren nog wel!
    Twan, je schrijft heel leuk.

    1. Staat er nog wel Cor, maar ik heb inderdaad de site een beetje aangepast: op de overzichtspagina van mijn blog staan nu maximaal 5 berichten. Als je de eerdere berichten wilt zien, moet je onder aan de pagina even ‘doorbladeren’….

  3. Haaa broertje en Marleen, geweldig, die foto van Marleen haar neusje haha en wauw wat een leuke anekdote over Jimi! Erg leuk om te lezen weer. Veel liefs uit Oss van ons xxxxx

    1. Dank Casper!

      Ik heb vlaggetjes bij me van alle landen die ik denk te bezoeken:

      – Duitsland
      – Denemarken
      – Zweden
      – Noorwegen
      – Groot-Brittannië
      – Frankrijk
      – België

      Wat Groot-Brittannië betreft zou ik overal vooruit moeten kunnen met de ‘Red Ensign’. Maar voor Schotland en de Shetlands en eventueel de Kanaaleilanden schaf ik wellicht nog de specifieke vlaggen aan. Dat stelt de plaatselijke bevolking op prijs!

  4. Hi team en Marleen, het is zo leuk om in een camper in de Blue Mountains in Australië jullie reisverslagen te lezen en alle plaatsen en kanalen op te zoeken. Fijn vervolg van jullie reis. We wachten op volgende blog. X

    1. Fijn idee dat jullie down under hetzelfde blog lezen, dan voelt de wereld ineens weer een stukje kleiner! X

  5. Hoi Twan, Marleen,

    Heerlijk om deze blog te lezen. In gedachten vaar/zeil ik met je mee en eens, de Oostzee is fantastisch en in de Kielerbucht kan het stevig te keer gaan. BTW: hebben jullie nog grote arenden gezien op het NOK? Gigantische vogels vliegen daar. Ook mooi om de foto te zien van de “hangpont”. Echt imposant om die te zien “overvaren”.

    Nu op Deense wateren onderweg naar Kopenhagen.
    NJOY en behouden vaart!.

    1. Maarten, geen arenden gespot helaas. We gaan idd ri Kopenhagen. Voorlopig via een ondiepe en daardoor soms spannende ‘scharrelroute’ tussen Falster en Lolland door….

  6. Hi Twan,

    Wat een heerlijk uitgebreide beschrijving van de tocht. En hoge golven en koud ik kan mij goed indenken dat Marleen lekker binnen zat.

    1. Leuk Henderika! Soms beschrijf ik de hele week, soms ‘slechts’ een element.

      Marleen heeft vooral last van de kou. Golven houden we allebei wel van.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ontdek meer van Kendu Zeilbelevenissen

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder