We zijn in Cuxhaven! Dat betekent een verandering van plannen want oorspronkelijk wilde ik graag via het Limfjord naar de Oostzee. Maar de windvoorspellingen leidden tot het inzicht dat het Nord-Ostsee-Kanal toch een betere optie is. Vanaf Helgoland zeilden we daarom de Elbe op, in plaats van verder langs de Duitse en Deense westkust.
Een week eerder kwamen op Norderney Marleen en Thijs aan boord. Marleen voor drie weken en Thijs slechts voor een nachtje. Hij heeft Marleen met zijn auto naar Norddeich gebracht en daar namen ze samen de veerboot naar Norderney. Het is helaas ontzettend smerig weer dus veel verder dan samen naar de boot wandelen en de dag samen binnen doorbrengen komen we niet. Op zich niet verkeerd want Marleen en ik moeten allebei even aan de nieuwe werkelijkheid wennen: zij ‘valt’ van het drukke bestaan van werk en gezin plots in mijn vrijetijdswereld en ik moet ineens weer met meer rekening houden dan alleen mijzelf.
De volgende dag voelt als een traktatie: het weer is weer schitterend. Na het afscheid van Thijs besteden Marleen en ik deze dag aan een lange wandeling over het eiland. Norderney is een echt waddeneiland met een bescheiden bebouwde omgeving en verder heel veel natuur. Buitendijks ligt het wad dat twee keer per dag tot ver aan de horizon droogvalt. En binnendijks zijn er mooie watergebieden waar allerlei vogels verblijven. We zien heel veel ganzen van diverse typen, een paar lepelaars en ander spul dat ik niet direct kan thuisbrengen.
Naast al dat natuurschoon word ik ook altijd aangetrokken tot vuurtorens. Die op Vlieland had ik al gefotografeerd en hier op Norderney ontstaat het idee om van elke vuurtoren waar ik enigszins in de buurt kom een mooie foto te maken. Vuurtorens hebben iets magisch voor mij. Als ik op zee ben is het vaak het eerste dat ik zie van een bestemming. En zeker als in het donker zo’n licht met een eigen karakter langs de hemel flitst, geeft mij dat een gevoel van geborgenheid. Alsof er iemand voor me zorgt.
Op maandag gaan we verder. Het belooft een schitterende zeildag te worden om naar Wangerooge te zeilen. Wangerooge is het laatste (bewoonde) waddeneiland in de rij die in Nederland begint met Texel en dan zo doorloopt naar het oosten. Precies om twaalf uur in de middag vertrekken we en Marleen is er best wel een beetje gespannen voor. Het is niet haar eerste keer op zee met Kendu, maar toch. En vorig jaar hebben we erg onplezierig tegen de wind in van IJmuiden naar Hoek van Holland liggen stampen dus ze ziet er best wel een beetje tegenop.
Maar nu staat er een noordenwindje van zo’n 10 knopen dan wel 3 Beaufort. Wangerooge is daarmee prima bezeild. Wel hebben we de stroom op zee eerst een stukje tegen maar dat geeft niet. Het is niet zo ver naar Wangerooge. En we moeten er niet te vroeg zijn want dan staat er te weinig water boven de zandbanken om het eiland aan te lopen. Dus snelheid hebben we niet nodig, wél een fijne zeilervaring op zee om het spits mee af te bijten voor Marleen.
Het leven kan soms op allerlei manieren tegenzitten. Deze keer op een manier die niet echt vervelend is. Eenmaal op zee blijkt de wind net iets gunstiger dan verwacht en de stroom wat eerder te kenteren dan verwacht. En dus zijn we na een heerlijk ontspannen en vlottere tocht dan verwacht bij de aanloopgeul ‘Harle’ naar Wangerooge. Zelfs nadat we onderweg om snelheid te minderen het grootzeil alvast hadden weggenomen.
De waterstand is zodanig dat we het zóuden kunnen proberen maar ik heb natuurlijk nog de les die de Schluchter (zie vorige blog) mij leerde vers in mijn hoofd. Deze keer geen probeersels, zeker niet met Marleen aan boord. Bovendien is het nog best lekker op zee. Ik besluit daarom om de Harle gewoon voorbij te zeilen en een uurtje extra op zee te blijven. Om 19:30u is het drie uur vóór hoogwater en dan staat er zeker genoeg water.
Zo gezegd, zo gedaan. Om half acht varen we de Harle geul in die ons van de Noordzee naar de waddenkant van het eiland brengt en ons toegang tot de haven geeft. Op het ondiepste stuk – tussen boeien H4 en H6 – hebben we nog 70 cm water onder de kiel dus ik denk dat het goed is dat we even gewacht hebben. Na die drempel is het snel weer zeer diep, tot 24 meter, en toch is het zaak om bij het binnenvaren van de haven strak bakboordswal aan te houden. Daar ligt de geul via welke je de bij laagwater bijna droogvallende haven kunt binnenvaren. Van een vorig bezoek weet ik waar in de haven genoeg water blijft staan om met Kendu te kunnen liggen als het water weg is. En omdat de haven zo goed als leeg is kan ik weer fijn naar die plek.
We zijn de enige bezoekende boot in Wangerooge. De vier of vijf andere boten die er liggen zijn van eilandbewoners. En alleen rond hoogwater komen er een paar passagier- en vrachtveerboten binnen die het eiland voorzien van toeristen en voorraden. Deutsche Bahn verzorgt met een uiterst schattig treintje het vervoer daarvan naar het vijf kilometer verder gelegen dorpje.
Marleen en ik nemen niet de trein, maar bezoeken het eiland weer te voet. We wandelen door het mooie duingebied langs ‘Westturm’ en ‘Neuer Leuchtturm’ naar het dorp. Daar drinken we wat en doen we wat boodschapjes. En maak ik natuurlijk nog een foto van de ‘Alter Leuchtturm’. Het plan om met de trein terug te rijden valt in het water door een aangepaste dienstregeling. ‘Onze’ trein rijdt niet en omdat het de laatste was van die dag, lopen we maar weer terug. Het is wat, zo’n dienstregeling die afgestemd is op aankomst en afvaart van de veerboot en dus op het tij! Wel jammer dat we niet met de trein terug kunnen. Het spoor loopt door een mooi natuurgebied waar je te voet niet kunt komen. Doen we de volgende keer dan maar weer!
Wij buigen ons intussen over het volgende doel. Door de windverwachtingen ontstaat het idee om niet de origineel geplande route via het Limfjord naar de Oostzee te volgen. In plaats daarvan lijkt het toch beter om via het Nord-Ostsee-Kanal te gaan. De ingang van dat kanaal dwars door Noord-Duitsland heen, ligt bij Brunsbüttel aan de Elbemonding. Rechtstreeks van Wangerooge naar Brunsbüttel is problematisch. We kunnen alleen met hoogwater weg bij Wangerooge en na hoogwater heb je zes uur lang afgaand water. Dat betekent in de Elbemonding een zeer stevige stroom tegen als je naar binnen vaart.
We kiezen er daarom voor van Wangerooge eerst naar Helgoland te zeilen. Helgoland is een eiland in de Duitse Bocht dat met elk tij is binnen te varen en ook weer te verlaten. Een prima springplank richting Brunsbüttel. Want dan vaar je met opkomend water weg en stroom je zo de Elbe op. En als we er tóch voor kiezen om via de Deense westkust en het Limfjord naar de Oostzee te zeilen, dan is Helgoland ook een prima uitgangspositie. Bovendien heeft Helgoland een enorme aantrekkingskracht op mij. Ik was er slechts één keer eerder en toen was het voor mij echt een mijlpaal om dat eiland op eigen kiel te bezoeken.
In een rechte lijn van Wangerooge naar Helgoland is het zo’n 23 zeemijl. De wind is echter uit het noorden dus Helgoland is niet bezeild. We moeten kruisen. In vier lange kruisrakken maken wij de reis naar Helgoland. Met best wel een stevig windje van 20-25 knopen. Dat is weer even wennen voor Marleen. Voor de zekerheid neemt ze een pil tegen zeeziekte die ik als voorbereiding op De Reis in ruime mate uit Antwerpen heb geïmporteerd. Toch voelt ze zich een beetje katterig als we op de motor ons een weg banen door de Harle naar open zee. Maar daar gaat het al snel beter en genieten we van een pittige maar mooie zeiltocht met schitterend zonnig weer. Uiteindelijk zeilen we iets meer dan 40 zeemijlen om Helgoland te bereiken.
Ik ben supertrots op Marleen als we op Helgoland aankomen. De Noordzee is toch wel een pittige zee om te bezeilen en de Duitse Bocht is daar dan weer een van de meest uitdagende delen van. Op Helgoland verkennen we de bijzondere geschiedenis van het eiland en de vogelkolonies. Vooral de Jan van Genten zijn prachtig en volop bezig te nestelen.
We hadden best langer willen blijven, maar een nare deining in de haven maakt het verblijf oncomfortabel. We volgen ons nieuwe plan en zeilen op vrijdag naar Cuxhaven aan de monding van de Elbe. Scherp aan de wind die met 25 knopen uit het oostnoordoosten waait. Weer een pittig tochtje dus. Maar we zijn er inmiddels aan gewend!
Deze week:
112 zeemijlen
5,8 motoruren
Lieve Twan en Marleen, ik ben ook heel trots op Marleen! En op jou broertje xxxx
❤️
We keken uit naar je volgende bericht Twan! Fijn weer bijgelegen te zijn. Doen jullie goed samen, Marleen en jij! ❤️
Twan
Ik lees je verhalen met veel bewondering . Met een Friese skipper maakte ik 2x een eilandentocht vanuit Grenada en dat was best ruig af en toe. Die ervaren deskundige deed alles goed denk ik en ik besefte dat dit geen kinderspel is maar veiligheid en deskundigheid voorop staat ! Kortom : zou het niets voor je zijn om voor de rest van je leven mooie charters te doen over de hele wereld ! Hobby en werk en vooral zelf kiezen wie je mee wilt ! Succes verder Gies en Ria
Er zit ook wel wat in werk en hobby juist gescheiden houden… 😉
Bedankt voor jullie leuke reactie
Mooi Twan, heerlijke schrijfstijl, inderdaad leuk te lezen in het Hollands zonnetje, alsof je ons mee neemt goed vaart samen, groet Ad
Dank Ad! Ben benieuwd waar je dit leest en hoe het met jouw tocht gaat!
Goedemorgen Twan, Marleen en Kendu,
Heerlijk om deze blog in het zonnetje op Zondagochtend te lezen. Niet alleen jullie bezoek aan Wangerooge, maar ook zeker Helgoland. Helgoland heeft voor mij ook iets bijzonders, magisch en een enorme aantrekkingskracht. Dus als ik in de Duitse Bocht ben en het kan, dan ga ik ook altijd “even” naar Helgoland. De historie van Helgoland met haar onderzeebootbunkers, rotspunt Lange Anna etc, zijn keer op keer bijzonder om te zien en erover te lezen. Geniet samen van de mooie (motor)tocht door het NOK en aankomst op de Oostzee (Kieler Bucht). Behouden vaart!
Dank Maarten!
Klinkt allemaal heerlijk en de foto’s die ik gezien heb zijn prachtig!! Heel fijn dat je zo goed voor Marleen zorgt. Jullie zijn toppers
❤️