Drempel over

Als ik ’s ochtends om 6 uur de wekker hoor aflopen ben ik al een poosje wakker. Buiten giert de wind door het want en ligt Kendu te rukken aan de landvasten. En het regent. Ruben is een paar dagen aan boord geweest en neemt de veerboot van 06:50u terug naar vaste wal. En ik maak me klaar om te gaan zeilen.

Gister heb ik bedacht dat vandaag, woensdag 12 april, het goede moment is om van Vlieland naar Norderney te zeilen. Een flinke tocht ‘boven de wadden langs’. Maar nu het zover is moet ik zeggen dat ik wel even een drempel over moet om het warme bed te verlaten. Om kort daarna ook de zee op te gaan en de veilige haven achter me te laten. Maar ja, als je blijft liggen, kom je nergens!

Windfinder woensdag 12 april 2023 (foto: windfinder.com)

Nu moet ik zeggen dat ik na 50 jaar zeilen (ik ben trouwens 49, vraag mijn moeder maar hoe dit dan zit) nog áltijd voor een zeetocht de kriebels in mijn buik voel. Geen fijne vlinders, maar onplezierige gevoelens van ongerustheid. Of ik het wel kan. Of het wel goed zal gaan… Eigenlijk ben ik dol op zeilen en tegelijkertijd ook weer niet. Ik lijk Eerde Beulakker wel. Deze inmiddels overleden zeiler en schrijver schreef mooie boeken over de verre tochten die hij maakte. Vaak naar koude en onherbergzame gebieden. En hij zeikt daarbij niet zelden over de omstandigheden tijdens de overtochten. ‘Deze man houdt helemaal niet van zeilen!’ schreef een recensent eens over hem. Hoe dan ook, ik vind Eerde een fantastische zeiler en raad al zijn boeken aan!

Terug naar mij. Ergens is het heel goed dat ik me druk maak. Het is onderdeel van de voorbereiding. En gecombineerd met mijn ervaring weet ik dat het dan misschien wel erg guur is en hard waait, maar dat de omstandigheden tóch zo slecht niet zijn.

Meest uitdagende stuk van de hele tocht is direct na het verlaten van de haven van Vlieland. Om boven de Nederlandse wadden langs naar het oosten te zeilen, moet je eerst het zeegat tussen Vlieland en Terschelling uit. Door dit zeegat – Stortemelk genaamd – stroomt bij elke eb en vloed de halve Waddenzee leeg dan wel vol. Dat betekent sterke stromingen van wel 3 knopen. En als deze stroming tegen de wind in staat krijg je steile golven van ettelijke meters, een tijzee. En je wilt met afgaand water weg, zodat je met het water mee naar buiten stroomt. Heb je de stroom tegen, dan duurt het eeuwen voordat je ‘buiten’ bent. Voor mij betekent dit dat ik rond half zeven weg moet.

Kendu in Stortemelk

Dinsdag was de wind behoorlijk westelijk en net zo sterk als vandaag. Via de verkeerspost in vuurtoren Brandaris op Terschelling, hoor ik dat de gemiddelde golfhoogte in het Stortemelk meer dan twee meter is. En dat is dan een zogenaamde ‘amplitude’. Kijk je wiskunde (sinus!) er nog eens op na en dan weet je dat je voor de daadwerkelijke golfhoogte dit met twee moet vermenigvuldigen (de golf gaat immers eerst twee meter omhoog, en dan nog eens twee meter naar beneden).

In 2016 ging ik met Thijs en Ruben, toen 12 en 10 jaar oud, daar om 4 uur ’s nachts naar buiten. We gingen naar Borkum. Wind noordwest 6 Beaufort ofzo. Via de marifoon meldde ik me bij de Brandaris: ‘Brandaris, hier zeiljacht Kendu. We verlaten Vlieland en hebben bestemming Borkum. Eén volwassene aan boord en twee kinderen.’ Brandaris: ‘Dat is begrepen. Voor uw informatie; de gemiddelde golfhoogte is 1,80 meter.’ Ruben lag nog in bed in de voorpiek. Ergens halverwege het Stortemelk kwam hij een soort van juichend zijn bed uit: ‘Ik werd helemaal uit mijn bed tegen het plafond gegooid!!’ Hij vond het fantastisch. Ik veel minder.

Maar vandaag is de wind zuidelijk en dat scheelt een hoop. De wind staat daarmee niet tegen de stroming in maar behoorlijk met de ebstroom mee. Bovendien geeft Vlieland bij deze windrichting enige beschutting. Gemiddelde golfhoogte volgens de Brandaris 80 cm. Dat scheelt! Precies de reden dat ik vandaag wil vertrekken. Bovendien is die zuidelijke wind erg prettig voor de rest van de tocht naar Norderney aan het Duitse wad.

En dan de praktijk. Die gaat zoals het altijd eigenlijk gaat. Eenmaal de haven verlaten poeiert de wind inderdaad om mijn oren. Maar als je er bent, is het minder erg dan wanneer je er naar kijkt. Ik zeil op alleen mijn gedeeltelijk gereefde voorzeil het Stortemelk in en ga als de brandweer. Achter mij zie ik veerboot ‘Vlieland’ richting Harlingen varen. Ruben appt dat hij mij nét kan zien.

Ik moet nog behoorlijk aan de wind zeilen om het Stortemelk uit te komen. Maar als ik eenmaal zover ben, kan ik ‘rechtsaf’ richting Duitsland en krijg ik de wind ruim in de zeilen. Ik zet mijn grootzeil bij en ook mijn voorzeil rol ik helemaal uit. Met een heerlijk bakstagwindje en de inmiddels gekenterde vloedstroom ga ik ‘volgas’ ri Norderney.

Kendu onder gennaker

Op de marifoon luister ik naar de berichten van de Brandaris en de veiligheidsberichten van de Nederlandse kustwacht. En terwijl die spreken over windwaarschuwingen aan de Zeeuwse en Hollandse kust (district Vlissingen zuidwest 9, districten IJmuiden en Texel zuid 8), lijkt het hier boven het wad wel of ik in een andere wereld leef. De zon breekt uitbundig door en mijn zeiljack gaat uit. En dan gaat ook de wind flink in kracht achteruit. Heb je dát weer: eerst slecht slapen van alle wind en geweld en de zorgen die je je maakt. En nauwelijks een paar uur later klaag ik over gebrek aan wind! Tot net voorbij Ameland zeil ik nog heerlijk op de gennaker maar dan is de wind echt ‘op’.

Niet alleen vanochtend moest ik een drempel over. Ik merk dat ik ook in mijn reis een drempeltje heb genomen. Van Neeltje Jans naar IJmuiden was ik nog heel erg bezig met aankomen. Hoe laat ben ik er? Hoe ver is het nog? Steeds naar de ETA kijken op de GPS… Nu ben ik echter veel meer ontspannen. Ik heb mijn bestemming niet eens in de GPS gezet dus heb ik ook geen zicht op een ETA. En het maakt me eigenlijk ook niet uit. Ik drijf hier prima en zie helemaal niet op tegen een nacht op open zee. Dat het om de reis gaat en niet om de bestemming is nu pas echt tot mij doorgedrongen. Maar de berichten van de Nederlandse kustwacht gooien een beetje roet in het ontspannen eten. Aan het einde van de middag komen ook voor de districten Rottum en Delfzijl windwaarschuwingen voor later in de nacht en de volgende dag. Ik maak de afweging dat ik dáár geen zin in heb en besluit het tempo wat omhoog te brengen door de motor te starten. Uiteindelijk motor ik zeven uur lang om Norderney te bereiken.

Schluchter-poging (foto: MarineTraffic.com)

Ik probeer eerst door de ‘Schluchter’ te varen. Een zeer ondiepe route over zandbanken heen naar de veilige haven. Ondanks dat ik in de Nachrichten für Seefahrer gelezen heb dat van de vier boeien die ik dan moet volgen de derde – S6 – ‘verschwunden’ is, denk ik dat het me wel lukt met behulp van GPS coördinaten. Het is laag, maar wel opkomend water en het water is nog redelijk vlak ondanks dat de wind wat begint aan te trekken. Het is potverdomme wel een heel donkere nacht en met moeite vind ik de S2 en S4 boeien. De S6 hoef ik dus niet te zoeken maar ik vaar op mijn GPS naar de voormalige positie. Op de dieptemeter loopt de ruimte tussen kiel en bodem snel op en dan…. boem! Ik raak de grond. Wegwezen hier! Dat vlakke water van zojuist, lijkt nu ineens een hoop knobbeliger en ik kus nog een paar keer de grond terwijl ik omdraai. Deze drempel kom ik niet over vanavond.

Ik ben blij als ik de dieptemeter weer zie oplopen naar meer comfortabele dieptes. Domme beslissing Twan! Ingegeven door na een lange tocht – ik ben inmiddels 17 uur onderweg – dan toch graag de haven in te willen duiken. Ik had meteen het juiste moeten doen en via de veilige maar verder weg gelegen route ‘Dovetief’ naar Norderney varen. Die twee uur extra neem je maar op de koop toe! Een wijze les voor de rest van De Reis.

Duits gastenvlaggetje

Tegen twee uur ’s nachts leg ik aan in de jachthaven van Norderney. In 2016 was ik hier voor het laatst en had toen geluk met het állerlaatst beschikbare plekje in deze altijd drukke haven. Maar nu is het leeg en uitgestorven. Het seizoen is duidelijk nog niet begonnen.

Ik blijf een paar dagen hier. Zaterdag komt Marleen aan boord. En ik geniet van mijn eerste buitenlandse haven van deze reis. Alweer een drempel genomen!

Deze week:

177 zeemijlen

13,3 motoruren

14 antwoorden op “Drempel over”

  1. Dat is wel fa schrikken als je de bodem raakt… met rotsen kan je vast een hoop schade oplopen. Die haat liefde verhouding zo herkenbaar ..
    heb dat ook met windsurfen, water en sneeuw -skiën ;0)
    Enjoy! Groetjes aan Marleen wat super leuk dat ze lang komt!

  2. De bodem kussen komt vaker voor. Een teken van respect voor de plek waar men aanwaait. (Of zou het dankbaarheid zijn?)

    Wat is de maximale ‘volgas’ Twan?

    1. Als ik goed de wind in de zeilen heb haal ik tegen de 8 knopen. Eventuele stroom mee (of tegen) komt daar dan nog bij (of af)….

  3. Enne, zo’n boei verdwijnt natuurlijk niet zomaar. Vraag me alleen af of je niet beter op de terugweg souvenirs kunt gaan verzamelen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ontdek meer van Kendu Zeilbelevenissen

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder