Stout geweest…!

Bij Æbelø lig ik twee nachten aan een mooring, van vrijdag tot zondag. Ik had de letters ‘DS’ op de mooring wel gezien maar schonk er verder geen aandacht aan. Later lees ik dat die letters staan voor ‘Danske Sejlunion’ en dat de moorings alleen bedoeld zijn voor watersporters die lid zijn van een watersportvereniging die verbonden is aan dat Deense watersportverbond.

Beetje stout geweest dus. Maar ik denk niet dat er iemand mee gezeten heeft. Ik heb diverse vriendelijke gebaren uitgewisseld met de Denen die bij hetzelfde eiland hun weekend vierden en sommigen ook kort gesproken. Niemand die er iets van zei.

Rubberboot op strand van Æbelø

Æbelø is een prachtig eiland. Het is privébezit van een fonds dat de natuur op het eiland beschermt, maar je mag er als bezoeker wel op. Via een verbinding met vasteland die je als een soort van wadlooptocht moet nemen; er staat zo’n 30 cm water. Of met je eigen boot natuurlijk!

Ik maak een wandeling over de paden en zie van alles. Grote kevers, herten, en de wilde appelbomen die het eiland zijn naam hebben gegeven: Æbelø betekent ‘Appeleiland’. Ook staat er een mooi vuurtorentje op de noordwestpunt van het eiland. En aan de zuidkant vind ik de restanten van een schip dat de vuurtoren klaarblijkelijk gemist heeft!

Scheepswrak op Æbelø

Eigenlijk wil ik tot maandag bij Æbelø blijven, maar de windverwachtingen laten mij een andere keuze maken. Maandag wordt er zeer weinig wind voorspeld en dinsdag wordt wind uit het westen verwacht. Allebei ongunstig voor de kant die ik graag op wil: verder westwaarts de Kleine Belt in.

Ik pak mijn kaarten erbij en zoek naar een mooie volgende bestemming. Een plek waar ik nu lekker naartoe kan zeilen en waar ik later in de week met de westenwind ook weer verder kan zeilen. En de plek die ik uitkies is het eiland Fænø. Dit eiland ligt volgens de Vaarwijzer Scandinavië en de Oostzee in een omgeving van ‘idyllische schoonheid’ en er zijn goede ankerplekken te vinden. Het is dik twintig mijl zeilen.

De zeiltocht er naartoe is een bijzondere, met veel wisselende omstandigheden. Het waait bij vertrek heel kalmpjes en met een knoop of drie vaar ik pal voor de wind richting ‘Tragten’ wat ‘Trechter’ betekent. Dit vaarwater vernauwt zich van behoorlijk breed tot zeer smal bij het stadje Middelfart. Op mijn weg daar naartoe valt de wind helemaal weg en door de lichte stroming draai ik om mijn eigen as. Ik twijfel om de motor te starten maar heb geen haast. Het kan alleen maar beter worden, denk ik. En inderdaad, een uurtje later brengt een onweersbui boven het vasteland wat wind met zich mee en ik maak weer wat vaart.

Ik houd er rekening mee dat de wind in de trechter nog verder gaat toenemen. Er treedt vaak een venturi-effect op als wind zich van (betrekkelijk) open water door een vernauwing ‘perst’. En ja hoor, mijn verwachting komt uit. Maar wel veel heviger dan ik had verwacht. Lag ik een paar uur geleden nog om mijn as te draaien, nu heb ik ineens 25 knopen wind in de rug! Of dat alleen aan het venturi-effect ligt of ook aan veranderde omstandigheden weet ik niet. Maar na een mijl of vijf, als ik eenmaal bij de eerste brug ben die Jutland met Funen verbindt, is het weer nagenoeg windstil.

Brug tussen Jutland en Funen bij Middelfart

Waar ik overigens géén rekening mee gehouden heb is de stroming. Tot nu toe is mijn ervaring op de Oostzee: wind mee is stroom mee. Maar hier in de nauwe vaarwateren tussen de eilanden gelden andere wetten. En terwijl ik dus met 25 knopen in de rug bijna zeven knopen snelheid door het water maak, ga ik over de grond maar twee knopen. Ik heb dus vier tot vijf knopen stroom tegen! Dat is dan wel op het meest heftige punt en later neemt de stroming weer in snelheid af. En door een beetje slim te wisselen van binnenbocht naar buitenbocht vermijd ik de sterkste stromingen.

Inmiddels vaar ik op de motor en de tocht verder naar Fænø is prachtig. Inderdaad een idyllische omgeving met glooiende oevers met bossen en hier en daar een vliegvisser die in een waadpak tot zijn middel in het water staat. Ik vaar naar mijn gewenste ankerplek en laat de mooring deze keer maar voor wat ie is. Er staat nu geen ‘DS’ op maar een een of ander logo. Later blijkt dat het logo te zijn van – jawel – de Danske Sejlunion.

Het is echt een heel mooie plek. Ik lig hier erg beschut en kan met de rubberboot naar het eiland én naar de Middelfart Marina die een mijl of wat verder aan de overkant ligt. Dat laatste is handig want daar doe ik mijn boodschappen.

Voor anker bij Fænø

Fænø is ook weer prachtig! Ik ga met de rubberboot het zandstrandje naast de Kendu op en wandel het eiland op. Ik volg een pad dat ongeveer langs de omtrek van het eiland ligt en word getrakteerd op het ene na het andere mooie vergezicht. Door de bossen en landerijen van het eiland of over de Fænøsund heen naar de overkant van het water.

Fazanten zijn er in overvloed in Denemarken heb ik al gemerkt en regelmatig vliegt er eentje op of rent voor me uit. Onder luid en verontwaardigd geschreeuw. Maar ook herten zijn er op dit eiland en het lukt me om een grazende kudde op de foto te krijgen voordat deze schuwe dieren me in de gaten krijgen en prompt het bos in vluchten.

Herten op Fænø

Ik geniet van de wandeling en zie nog meer kuddes herten. Maar dan komt tot mijn verrassing een zeer modern ogend gebouw in beeld. Ik loop er naartoe en probeer uit te vinden wat het is. Het lijkt wel een museum want door de grote ramen zie ik allerlei kunstvoorwerpen. Maar het is tevens totaal verlaten. Het blijkt Fænøgård te heten. Op internet vind ik dat het een conferentiecentrum is dat op een eiland staat waar twee mensen wonen en dat het uitsluitend met een privé-veerboot te bezoeken is…

Ik begin een beetje het gevoel te krijgen dat ik hier misschien wel helemaal niet mag zijn. Ik loop verder naar een ander gebouw en zie dan een soort van opzichter. Ik roep in mijn beste Deens ‘Hej’ en we raken even aan de praat. Ik leer van hem dat ik inderdaad niet zomaar het eiland op mag. Je mag alleen op de stranden verblijven als je niet uitgenodigd bent. Ik ben alweer een beetje stout!

Fænøgård

Maar hij vindt het allemaal niet zo’n probleem en geeft me toestemming om lekker verder te wandelen over het eiland. Toch voel ik me wat minder vrij dan eerder en loop een vrij rechtstreekse route terug naar de rubberboot.

De volgende dag ziet er qua weer heel anders uit. Was het de afgelopen dagen zonnig en lekker warm, nu is het kil, bewolkt en staat er een stevige wind uit het westen. Ik wil uiteindelijk naar Helnæs Bugt. Dat ligt zo’n 30 mijl verderop en ik maak de – achteraf – verkeerde beslissing om dat in twee etappes te doen. De eerste dag zeil ik dan naar Torø en de dag daarna naar Helnæs Bugt.

Op papier ziet Torø eruit als een prima ankerplaats. Maar de praktijk valt bij de heersende westnoordwesten wind heel anders uit. Ik lig wel uit de golven maar vol in de wind. Bovendien is het erg ondiep met slechts een kleine geul waarin ik kan verblijven met mijn diepgang. Ik heb een zeer onrustige nacht en om 7 uur ’s ochtends ben ik er zó klaar mee, dat ik direct vertrek onder het motto: nu zeilen, straks ontbijten en bijslapen!

Van Torø naar Helnæs Bugt

De noordwesten wind blaast zeker 25 knopen en behalve het eerste stukje de ankerplaats uit heb ik hem zowat recht van achteren. Dat wordt een schommelige maar snelle tocht. Om 11 uur lig ik voor anker op een véél rustigere plek dan de afgelopen nacht. Opruimen, ontbijten en bijslapen!

Deze week:

63 zeemijlen

3,8 motoruren

14 antwoorden op “Stout geweest…!”

    1. Hey!

      Thanks for the compliment and the information about the DT buoys!

      I saw them a few weeks ago near Stubbekøbing.

      If you did not share this information with me I would be very reluctant to use them. So thanks again!

      Happy sailing!

  1. Mooi Twan!
    Ik geniet al steeds van je verhalen.
    Nu een vraagje; weet je zeker dat het (edel)herten zijn en geen reeen ?
    Dat is nl een verschil. Anders zou je ome Ad kunnen bevragen (of je vader). Ik kan het niet beoordelen van de foto van veraf.
    Geniet ze verder! Groetjes Peer en Maria

    1. Ik heb meer verstand van zeilen dan van wild, dus het zou zo maar kunnen!

      Ik wacht het oordeel van de deskundigen wel af! Moeten ze wél het blog lezen. Mijn vader doet dat zeker!

  2. Ik kijk op zondagochtend inmiddels uit naar jouw blog Twan! Je schrijft heel mooi en beeldend, alsof ik er een beetje bij hen. En wat een kennis heb je in huis! Dat je dan toch niet alles blijkt te weten en een beetje stout bent neem je maar voor lief! Dank je wel weer en een goede week gewenst!

  3. Ik begin me steeds meer te verheugen op jouw blogs Twan. Wat een schoonheid. Ik hoor oma Hanneke’s ‘beeldschoon’ in mijn hoofd als ik jouw reis volg. Lekker stout zijn en daarvan genoeg mee naar huis nemen. Liefs

    1. Dankjewel Hans!

      Was het vorig jaar dat Kendu en Wadloper elkaar troffen bij de Volkeraksluis of mss al 2 jaar geleden? We mochten toen nog de steiger op daar…

      Dank voor je compliment en leuk als je meeleest!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ontdek meer van Kendu Zeilbelevenissen

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder