In mijn werk ben ik vaak bezig met kleine stappen die uiteindelijk een grote stap mogelijk maken: bij persoonlijke coaching, bij de begeleiding van Agile transformaties en trainen van Scrumteams en ook bij Lean Six Sigma projecten.
Nu doe ik het andersom. Ik kies er voor om een aantal grote stappen te zetten zodat ik straks in staat ben om in kleine stapjes verder te gaan. En de eerste grote stap is 80 zeemijl van Isle of Man naar Ierland, omgeving Dublin.
Eigenlijk is het mijn bedoeling naar Howth te zeilen. Deze plaats in de noordelijke periferie van Dublin huist een actieve zeilvereniging met jachthaven. Als ik inmiddels al onderweg ben krijg ik echter het bericht dat daar dit weekend geen plaatsen beschikbaar zijn in verband met zeilwedstrijden. De deelnemers bezetten alle beschikbare ligplaatsen.
Even omschakelen dus maar ik vind gauw een alternatief. Ik ga naar Malahide. Dat ligt weer nét ten noorden van Howth maar ik hoef er mijn koers niet eens voor aan te passen. Het is een lekkere zeiltocht met een aandewindse koers en een gematigde windkracht. Maar Kendu loopt lekker en ik ben blij weer eens goed te kunnen zeilen.
Omdat het best wel een stukje zeilen is en ik vanwege de afhankelijkheid van hoogwater wat later wegging uit Peel, kom ik in het donker aan. Niet echt een probleem, maar de laatste mijl naar Malahide is een riviermonding in, waar ik flink de stroom mee heb. Ik loop met negen knoop naar binnen en moet daarbij zorgvuldig de vaargeul volgen. De tonnetjes zijn verlicht maar het ligt aan de randen van de geul ook vol met jachten aan meerboeien. En die belemmeren weer het zicht op de tonnetjes. Beetje spannend maar ik kom goed binnen.
De haven van Malahide zal ik vooral herinneren om de bijna EUR 100 die ik moet afrekenen voor twee nachten aan een betonnen steiger vol vogelstront en schelpen. Ik vind het eerlijk gezegd absurde prijzen en het enige positieve eraan is dat ik in Ierland voor het eerst weer in de vertrouwde Euro’s kan afrekenen sinds Kühlungsborn in Duitsland. En die heb ik nog een paar liggen aan boord, voelt het toch een beetje ‘gratis’…
Ik kan vanaf Malahide wel gemakkelijk naar Dublin toe. Er loopt een Light Rail (DART) die alle kustplaatsen en Dublin met elkaar verbindt. Ik koop een kaartje en bedenk wat de bezienswaardigheden in Dublin zijn.
Maar ik blijk na al mijn gezeil en verblijf op rustige eilanden helemaal niet meer geschikt voor de grote stad. Het is razend druk in Dublin en ik word een beetje gek van alle mensen om me heen. Trinity College bezoek ik nog maar dan ‘vlucht’ ik weer terug naar de boot. Wél neem ik nog een lekkere sushimaaltijd mee die ik ’s avonds aan boord oppeuzel. Dat is dan wel weer het voordeel van de grote stad!
Maar goed, grote stappen dus. Wat ik daarmee bedoel is dat ik na Isle of Man in een paar grotere stappen zuidwaarts ga. Om uiteindelijk uit te komen bij Land’s End aan de Engelse zuidkust. Vanaf daar kan ik dan in kleinere stappen mijn reis vervolgen. Langs de Engelse zuidkust en door de Solent, of wellicht via de Kanaaleilanden en Franse kust. Dat zien we dan nog wel.
Probleem is dat er weinig wind wordt verwacht. Ik besluit echter dan toch maar verder te gaan op de motor. Grootste stap in dit plan is namelijk de oversteek van Ierland naar Land’s End en ik wil voor mezelf een goede uitgangspositie creëren om áls er goede wind komt voor die oversteek, daarvan dan te kunnen profiteren.
Van Malahide motor ik naar Arklow, een mijl of 40 zuidelijk van Dublin. Het is heerlijk zomers weer en de zee glad. Ik geniet van het mooie landschap dat aan me voorbijtrekt, zoals het eiland Ireland’s Eye bij Dublin en de kaap Wicklow Head.
Arklow is qua stad niet heel bijzonder maar het is een fijne pleisterplaats omdat je in deze riviermonding met elk tij in en uit kan varen. Er is een vissershaven en een piepklein jachthaventje. Maar bezoekers wordt aangeraden om aan te meren aan de steigers die aan de rivier buiten de jachthaven liggen. En daar lig ik inderdaad prima. Ook voor bevoorrading is het een goede plek, want een Aldi en groot winkelcentrum liggen op vijf minuten loopafstand.
Ik heb inmiddels bepaald dat Kilmore Quay, net om het hoekje aan de zuidoostkust van Ierland een goede startplaats is om naar Land’s End te zeilen. Ik wil daar dus zijn als de omstandigheden gunstig worden en daarom motor ik de volgende dag ook weer zonder wind naar daar. Het zijn zo wel lange, saaie stappen maar het weer is goed en het past in het plan.
En dat plan neemt een vlucht als ik ga beseffen dat het de volgende dag misschien al prijs is met het juiste weervenster voor Land’s End. Er wordt een vrij stevige oostenwind voorspeld. Die had ik al eerder gezien maar ik had in mijn hoofd zitten dat het van Ierland naar Land’s End ook een (zuid-)oostelijke koers is. En dan zou ik dus tegenwind hebben. Maar Land’s End steekt veel verder westelijk de oceaan in dan ik aanvankelijk dacht en dat maakt de te varen koers een zuidelijke. En dán is oostenwind ineens een heerlijke, halve wind die lekker zeilen mogelijk maakt.
Eerlijk gezegd zie ik er wel een beetje tegenop. Het is ruim 140 mijl van Kilmore Quay naar Land’s End en dat is naar verwachting ruim een etmaal zeilen. In dat etmaal zal de wind toenemen van eerst 20 knopen bij Ierland tot ruim 30 knopen met vlagen tot 40 bij Land’s End de volgende ochtend. Ik twijfel of ik zin heb in een nacht doorzeilen waarbij het venijn in de staart zit. Maar het alternatief is slechter: als ik níet ga, is er voorlopig geen goed weervenster zichtbaar in de voorspelling.
Kilmore Quay helpt me bij mijn beslissing. Als ik zondagavond aankom daar, ligt de haven propvol en vind ik met moeite een plek. Dat is het moment dat ik besluit de volgende ochtend te vertrekken en gewoon te gáán. Bij mijn windloze oversteek van Noorwegen naar de Shetlands wenste ik steeds liever harde wind dan geen wind. Dan moet je nu ook gaan! Ik laat de Border Force van het Verenigd Koninkrijk weer weten dat ik hun kant op kom en dat ik er dinsdagochtend zal zijn.
Maandagochtend zijn de omstandigheden perfect. Ik ga met het water mee weg bij Kilmore Quay en buiten de haven kan ik direct zeil zetten. De op dat moment noordoostelijke wind pakt Kendu op en ik zeil met een knoop of zeven in de goede richting. England, here we come!
‘Zo kan ik het wel tien dagen volhouden,’ app ik naar het thuisfront. Wat ben ik blij dat ik gegaan ben. Ik zeil hier gewoon op de Atlantische Oceaan onder prachtige omstandigheden. Eerst onder vol tuig maar als de wind later wat aantrekt en iets oostelijker wordt, zeil ik 60 graden aan de wind en maak ik mijn grootzeil wat kleiner. De mijlen gaan onder Kendu door en de tijd tikt rustig naar de avond.
Een paar keer op deze tocht word ik vergezeld door dolfijnen. Ze blijven langer bij de boot dan ik de afgelopen keren meemaakte en dat geeft de mogelijkheid uitgebreid foto’s te maken. En – zoals dat gaat in de menselijke geest – ik raak er ook aan gewend. Vervelen zal het me nooit, maar ik stop op een gegeven moment wel met foto’s maken. Verwend ben ik.
Als het een beetje begint te schemeren en ik zo’n tweederde van de afstand er op heb zitten, kom ik terecht in een groep dolfijnen die duidelijk aan het jagen is. De dolfijnen gedragen zich anders dan eerder. Ze schieten alle kanten op met lagere sprongen en veel meer snelheid dan wanneer ze rond de boot spelen. Ook zijn er veel vogels in de lucht, voornamelijk Jan van Genten, die mee jagen. Er zal wel een lekker maaltje vis rondzwemmen hier.
En dan gebeurt het tot op dat moment voor mij ondenkbare. Terwijl ik de jagende dolfijnen probeer te filmen met mijn mobieltje zie ik links van de boot in mijn ooghoek een fontein. ‘Walvis!’ roep ik letterlijk uit. ‘Er zit hier een walvis!’ Ik ben zó verrast dat ik helemaal in de war ben. Waar is mijn goede camera? Ik vlieg naar binnen en pak de camera. Weer buiten zie ik vier, vijf misschien wel zes lange ruggen in het water. Ik denk op zo’n honderd tot tweehonderd meter afstand. Wáárom heb ik geen zoomlens?!
Toch slaag ik erin een paar foto’s te maken. Veel te ver weg en de walvissen beginnen onder te duiken. Maar ik heb ze vastgelegd op de gevoelige plaat. Wat een ongelooflijke gebeurtenis. Ik heb er geen moment aan gedacht dat er in deze contreien walvissen voorkomen.
Dit is de meest indrukwekkende ontmoeting van de hele reis. Ik ben zo dankbaar dat ik dit mag meemaken. Ik heb enorm de behoefte om het te delen. Maar ik ben buiten bereik van communicatiemiddelen die aan land zo gewoon zijn. Voorlopig houd ik het dus – noodgedwongen – helemaal voor mezelf. Later hoor ik van Nicolle van Stichting Rugvin dat op basis van de foto’s en mijn informatie die ik haar stuurde het waarschijnlijk om gewone vinvissen gaat.
Het laatste deel van de tocht is pittig. Ik ben de hele tijd boven mijn ‘rekensnelheid’ van zes knoop gebleven. Dat zorgt ervoor dat ik eerder noord van Land’s End kom dan verwacht. Eerst valt de wind nog mee maar later komt inderdaad die windkracht 7 met windvlagen. En omdat ik zo vroeg ben heb ik de stroom niet mee, maar vol tegen. Ik loop bijna acht knoop door het water, maar over de grond ga ik vaak nog geen vier…. Het is net springtij geweest en het hele Kanaal stroomt tegen mijn vaarrichting in leeg. Het komt erop neer dat ik er acht uur lang bíjna ben… Dat zijn lange uren aan het einde van een nacht doorzeilen. Als ik om 8:30 uur eindelijk binnen ben in Newlyn Harbour, net om het hoekje aan de zuidkant van Land’s End, heb ik 164 mijl op de log staan. En ik heb er exact 24 uur over gedaan. Een gemiddelde snelheid door het water van bijna zeven knoop. Niet slecht voor mijn HR36.
Wat heerlijk als je dan ligt vastgeknoopt in veilige haven. Ik heb een nacht slaap overgeslagen maar ga niet naar bed. Anders word ik tegen de avond wakker en is mijn dag- en nachtritme naar de maan. Wel neem ik een heerlijke douche én neem ik me voor dat dit de laatste ‘grote stap’ was. Vanaf nu kleine stapjes langs de kust. Met het tij in de rug en gunstige wind!
Deze week:
328 zeemijlen
24,8 motoruren
Super nice to read this entry – once again very relatable 🙂 We also took some big steps once we had passed Stockholm on our way south, to ensure that we wouldn’t get trapped in autumn-weather too badly. Now we are in Denmark and have no stress with getting home in small steps, visiting some families places and getting the last sunny days on the water for now 🙂
Well done! I am in London right now and leave soon. A few more steps and I will be back home….
Nou, na Man meteen nog maar een reactie dan.
Dublin en omgeving zijn inderdaad een beetje ‘over the top’ in een aantal opzichten. De bespottelijke prijs voor een ligplaats in Malahide is er een voorbeeld van. Wij zijn een paar jaar geleden in Dublin geweest en vonden het in de stad ook ontzettend druk. Het autoverkeer is er moordend. Voor het overige best een leuke stad, maar een enorm contrast met het Ierse platteland. Jammer dat je niet op Howth terechtkon. Het schiereiland rondwandelen was één van de leukste dingen die we in tijdens ons eigen bezoek hebben gedaan.
Je reis is nu zo langzamerhand toch wel een heel mooie Odyssee geworden. Ik denk al langer dat er geen mooier toerzeilgebied is dan Noordwest Europa en jij laat dat heel mooi zien..
Noordwest-Europa is fantastisch. Ik moet zeggen dat ik het gevoel heb dat ik na Isle of Man de hoogtepunten wel een beetje gehad heb.
Een volgende keer zou ik meer tijd besteden aan westkust van Noorwegen boven Bergen en de eilanden (Hebriden, Shetlands, Orkneys) rondom Schotland.
Alhoewel, Botnische golf trekt ook.
De zuidoost kust van Noorwegen zou ik zonder meer overslaan….
Lieve Twan, jaaaa…. beetje late reactie, niet meteen op zondagochtend lezen vertraagt de boel…, maar wat een geweldig blog weer! Grote stappen naar een fantastische ontmoeting met vinvissen! Lijkt me onwerkelijk! En dan zit je daar in je eentje gelukkig toch te genieten, al kun je het niet meteen delen. Nog veel mooier dan de drukte van de stad die je duidelijk ontgroeid bent. Straks in kleine stappen weer terug in de bewoonde wereld komen, het tij en de stroming zorgden wel dat dat niet te snel gaat… goede week weer
Altijd blij met jouw reacties, vroeg of laat! ❤️
❤️
Hey Twan,
Wat leuk om je verhalen te lezen. Een echte avonturier ben je! Klinkt heerlijk. En wat goed om te lezen dat je zo blij bent met de keuze om te gaan! En je hebt gewoon walvissen gespot! Niks vinvis, weet niemand.
Ik wens je nog een prachtige reis met de kleine stapjes die je nog tegemoet gaat!
Dionne!
Wat leuk om een reactie te krijgen! Dankjewel!
Enne: vinvissen zijn échte walvissen. En nog een van de grootste ook. Dus ik hoef me nergens voor te schamen! 😉
Wauw Twan. Wat een beleving met die walvissen, spannend verhaal weer. Wat ben je toch een kanjer maar ook een bofkont, dat je dit allemaal kunt doen. Grote stappen, kleine stappen, het maakt niet uit, over 30 jaar worden je stappen echt vanzelf kleiner hoor.
Maar ik hoop niet eerder!
We blijven je volgen,
groetjes van Annie en Martin
Fantastisch hè….. als je zo op zee bent, met die walvissen…. Dan maak je echt deel uit van iets groots….
Aah mooi Twan! Weer een mooi verslag om te lezen, wat knap toch allemaal van jou! Goed gedaan! En geniet van de kleine stappen die nog komen xxx
Wauw adembenemend beschreven jouw walvis-ontmoeting (is een Vinvis wel/niet een walvis?)
Liefs van zus X
Ha lieve zus!
Ja, de vinvissen zijn walvissen. De blauwe vinvis is de grootste (kan wel 30 meter worden) en de dwergvinvis de kleinste. De ‘gewone vinvis’ kan 20-25 meter worden en zo groot waren ze ook wel!
Adembenemende ervaring….❤️
Oh okee wat goed, dus echt een walvis gezien! Spectaculair! En gewoon heel naturel puur natuur onderweg, fantastisch 🙂
❤️