Na Noorwegen heb ik eigenlijk al niet meer lekker gezeild. De overtocht naar de Shetlands was grotendeels motoren en ook van Lerwick naar Fair Isle was het maar aanmodderen met de wind. Dat is nu opgelost. Van Fair Isle naar de Orkney eilanden is het een pittig zeiltochtje met buiig weer en stevige wind. Genieten dus!
Ik vertrek samen met Guy van Fair Isle. Hij mikt op Kirkwall, de hoofdstad van de Orkneys. Ik ben van plan voordat ik naar Kirkwall ga nog een tussenstop te maken aan de meest noordelijke eilanden van de eilandengroep.
De wind is noordwest en daarmee is het vertrek van Fair Isle in de luwte van het eiland. Met vol tuig zeil ik kalm naar het zuiden. Maar zo gauw ik achter het eiland vandaan kom veranderen de omstandigheden flink. Ik vang nu volle wind en bovendien trekt er tegelijkertijd een bui over met veel wind. Ook heb ik nu golven die ergens van Groenland vandaan komen en zich dus flink hebben kunnen opbouwen. Welkom op de noordelijke Atlantische oceaan!
Het is direct volle bak zeilen nu en ik verklein mijn grootzeil wat. De golven zijn zeker drie meter. De meeste rollen mooi onder de boot door maar van tijd tot tijd beukt er eentje flink tegen mijn stuurboordzijde aan. Het kost me mijn camera. Bij zo’n klap van een brekende golf tegen de zijkant van de boot, valt de camera van zijn plek onder de buiskap de kajuit in en het objectief overleeft dat niet.
Toch geniet ik met volle teugen. Af en toe tikt de windmeter 30 knopen aan en ik denk terug aan al die windstilte van de afgelopen tochten. Ik wenste toen de wind die ik nu heb. Behalve met wind heb je hier ook zeer te maken met stroming. En die staat hier dwars op de vaarrichting. Vanuit Fair Isle naar de Orkneys is een zuidwestelijke koers maar de stroming zet me zó naar het oosten weg dat ik een hoger dan westelijke koers moet sturen om zuidwest te varen.
Uiteindelijk kom ik uit bij Whitehall Pier aan het eiland Stronsay. Dit zijn wel echt de Orkneys zoals ik ze me had voorgesteld. De eilanden zijn wat lager en glooiender dan de Shetlands en Fair Isle. En er zijn vele kleine dorpjes. Whitehall is feitelijk niet meer dan een straat langs de kust. Maar er meert een veerboot aan, er is een hotel, een winkeltje en een hostel met uitstekende ontbijt- en lunchservice.
Ik lig een nachtje aan de pier waar ook de veerboot aankomt. Niet de meest beschutte plek maar de wind is na mijn aankomst volledig weggevallen en zal naar verwachting ook de hele nacht en volgende dag wegblijven. Daarom durf ik wel te blijven liggen.
Een andere uitdaging van deze ligplaats is de diepgang. Met hoogwater is er voldoende water, maar met laagwater blijft er ’s avonds maar twintig centimeter water over tussen mijn kiel en de harde bodem. En ik zie dat het laagwater van de volgende dag nog 30 centimeter lager wordt verwacht dan nu. Dat betekent dat ik een uurtje of twee op mijn kiel zal staan. En ja hoor, de volgende dag komt Kendu zeker tien tot vijftien centimeter uit het water. Altijd een bijzondere ervaring. Zo gauw ik weer drijf laat ik Whitehall achter me en vaar ik naar Kirkwall.
Jammer genoeg heeft de windverwachting het volstrekt bij het rechte eind en is er helemaal geen wind vandaag. Motoren dus maar weer! Maar dat geeft ook al genoeg uitdaging hier. Was de stroming op de tocht hier naartoe al sterk, tussen de eilanden is het helemaal ‘bal’. Als je hier geen planning maakt op basis van stroomsterkte en -richting, kom je helemaal nergens. Letterlijk, want soms is de stroomsterkte groter dan de snelheid van de boot. Op één punt draai ik bij wijze van experiment even recht tegen de stroom in. Kendu vaart 6 knopen door het water, maar de stroom tegen is precies even sterk. Dit resulteert in een ‘Speed over Ground’ van 0,0 knoop. Met andere woorden: ik vaar met normale snelheid door het water, maar ten opzichte van de grond blijf ik op dezelfde plek! Gelukkig is mijn planning (natuurlijk) dik in orde en ik kom gewoon aan in Kirkwall. Ik heb een mooi plekje aan de steiger en zie de boot van Guy ook liggen. Die heeft zijn doel dus ook bereikt!
Net als de Shetlands horen de Orkneys bij Schotland maar hechten zij aan hun eigen vlag. Ook deze is Scandinavisch georiënteerd: een rode vlag met daarop een blauw Scandinavisch kruis dat geel omrand is. Het is niet moeilijk om verwantschap met de Noorse vlag hierin te herkennen. Het eerste wat ik dan ook doe in Kirkwall is de wal op om zo’n vlag te kopen. Even later wappert deze onder de stuurboord zaling.
Ik lees dat in de 9e eeuw er al Noren naar Kirkwall kwamen en deze stad voor lange tijd een handelsplaats was voor schepen vanuit de Noordzee en Oostzee. Ook werd hier vis aan wal gebracht door vissersschepen die in de arctische wateren visten. Boter, graan, linnen, wol en natuurlijk vis werd hier met elkaar verhandeld. En daarnaast natuurlijk wat gesmokkelde drank en tabak. Ook piraterij was aan de orde van de dag. Toen de Schotse koning James V zich beklaagde over dat wangedrag van Engelse vissers, waren de Engelsen blijkbaar niet blij. Bij de ‘Battle of Papdale’ kwamen Engelse schepen wel even orde op zaken stellen en richtten veel schade aan. Toch werden ze uiteindelijk verslagen en teruggedrongen door een leger van zo’n 3.000 man van de Orkneys. Als je nu door Kirkwall wandelt zie je vredige, bloemrijke huisjes afgewisseld met sporen van het roemruchte verleden.
Guy en ik hebben samen opgetrokken in Lerwick, Fair Isle en hier in Kirkwall. Hier scheiden onze wegen weer. In Noorwegen en Zweden houdt storm ‘Hans’ goed huis. In Kirkwall is het echter rustig en mooi weer. Maar dinsdag komen er wat uitlopers van die storm ook deze kant op. Resulterend in eerst een lekker windje om naar het Schotse vasteland te zeilen en wat later op de dag echt stevige wind die ik liever vermijd. Voor mij het teken om dinsdagochtend naar Wick te zeilen. Guy wilde eigenlijk terug naar Noorwegen maar ziet zich genoodzaakt een paar dagen te wachten. Niet onverstandig, lijkt me. Tot ziens Guy!
Mijn zeiltocht naar Wick is fantastisch. Eerst zeil ik pal voor de wind een beetje weg van de Orkneys en vooral van de Pentland Firth. Deze zeestraat tussen het Schotse vasteland en de Orkneys is bekend, misschien wel berucht, om de extreem sterke stromingen die gemakkelijk schepen in de problemen brengen. Deze stromingen kunnen oplopen tot wel twaalf knopen en daar doe je als zeiljacht niet veel mee… Het Caledonisch Kanaal dat ik wil bevaren volgende week, is speciaal gegraven om schepen de gelegenheid te geven om zonder de Pentland Firth te hoeven bevaren van west naar oost Schotland te komen en andersom. Wel 200 jaar geleden, dus hedendaagse schepen passen daar niet meer doorheen.
Ik zeil dus met een mooi bochtje om de oostelijke zijde van deze Pentland Firth heen en stuur als ik onder de Schotse vaste wal ben een beetje op richting Wick. Vanaf dat moment heb ik een mooie ruime wind en loopt Kendu als een trein. Tegen de tijd dat ik binnenkom merk ik al dat de wind flink begint aan te trekken maar als in de avond de wind écht doorzet, lig ik in veilige haven!
Zelfs Wick heeft, als onderdeel van het graafschap Caithness, een eigen vlag. En ook deze vlag is weer Scandinavisch georiënteerd: een blauw Scandinavisch kruis met gele rand op zwart doek. Zo zie je maar hoezeer de gehele noordelijke Schotse regio is verbonden met Scandinavië. Ik zou heel graag de vlag van Caithness hijsen als gastenvlag, maar ik kan deze niet aankomen in Wick. Dus nu hijs ik dan uiteindelijk de Schotse vlag. Die zal vanaf nu voorlopig blijven wapperen.
In Wick besluit ik een wandeling te maken naar een kasteel. Schotland heeft vele kastelen. Als ik later tegen havenmeester Ian zeg dat ik naar het kasteel ben gewandeld, is zijn antwoord dan ook ‘which one?’ Het is Castle Sinclair Girnigoe en het is het eerste kasteel dat ik bezoek. Het wordt een stevige wandeling van 4,9 kilometer enkele reis maar dat kan ik best aan. Minder dan een uur lopen en ik snap dan ook niet dat Google Maps een wandeltijd van anderhalf uur voorspelt.
De wandeling langs de kust waar ik eerder nog langs zeilde is mooi. Maar ik begrijp niet dat ik er maar niet kom. Ik zie de vuurtoren die dichtbij het kasteel staat maar die lijkt nog ver weg. Na de kust wandel ik een eindeloos uitziende weg in door landerijen en richting het kleine vliegveldje van Wick. En na die weg moet ik rechtsaf nog zo’n weg op. Ik kijk nog eens op Google Maps en zie dan dat Google zo hulpvaardig is geweest om hier in het Verenigd Koninkrijk de afstanden niet in kilometers maar in mijlen weer te geven. De wandeling is dus 4,9 mijl. Dat maakt een verschil. Wel landmijlen en geen zeemijlen gelukkig. Dat scheelt weer zo’n 200 meter per mijl. Maar de wandeling wordt hiermee ruim acht kilometer enkele reis…
Als ik eindelijk ben aangekomen bij het kasteel kan ik wel genieten van een groots uitzicht. Vanaf de boot had ik al een blik geworpen op dit kasteel en de vuurtoren van Noss Head. Erg leuk om hier nu te zijn en de uitgebreide geschiedenis van de clans en het kasteel te kunnen lezen en bekijken. Ook hier ligt een connectie met de Orkneys. Behalve landheer van Caithness, waren de Sinclairs ook landheer van de Orkneys. Ik vind het erg de moeite waard en kan gelukkig alles rustig bezoeken voordat er een hele meute Brabanders het terrein overspoelt. Later op de parkeerplaats tref ik een touringcar met de naam ‘Brabant Expres’ aan. Dat verklaart.
De volgende dag valt de spierpijn alleszins mee. Eigenlijk is ie er gewoon niet. Net als de wind. Toch vertrek ik naar mijn volgende plaatsje want ik wil nog wat zien voordat ik Ruben oppik in Inverness. Ik zet mijn zinnen op Helmsdale. Ik neem afscheid van mijn uiterst plezierige buurman Richard. Een Fin die ook single-handed zeilt en op de terugweg is naar huis. Hij is helemaal in Bilbao geweest. Wel gedeeltelijk met bemanning, maar toch! Ik kan hem helpen met de Orkneys Guide die ik eerder van zeilvriend Maarten kreeg. Leuk dat hij gaat ontdekken wat ik al achter me heb liggen.
Helmsdale is een klein vissershaventje ergens tussen Wick en Inverness. De haven is alleen rond hoogwater aan te lopen vanwege een rif dat voor de ingang ligt. En bovendien blijft er bij laagwater onvoldoende water staan in de haven voor Kendu om te blijven drijven. Ik heb daarom vooraf contact gehad met havenmeester Donald om te bespreken wat de mogelijkheden zijn en wat voor een bodem in de haven ligt. Gelukkig is dat ‘mud’ en dat geeft de prettige omstandigheid dat Kendu bij laagwater een beetje in die modder zal wegzakken in plaats van op de kiel staan. Bovendien is het deze dagen ‘neaps’ oftewel doodtij en dat betekent dat de waterstand niet al te laag wordt. Prima omstandigheden dus!
Bij aankomst in Helmsdale staat havenmeester Donald mij op te wachten. Via AIS heeft hij mijn tocht gevolgd en nu vangt hij mij persoonlijk op. Hij wijst mij de beste plek om aan te meren en legt mij uit dat ik later contant kan betalen door het bedrag achter te laten in de ‘honesty box’. Hij zal er de komende dagen niet zijn. Ik besluit twee nachten op deze plek te blijven. Zaterdag is er fijnere wind dan vrijdag en als ik dan zeil, ben ik nóg op tijd in Inverness. Ruben zal pas laat in de avond daar aankomen.
*Harcus, Britt, O is for Orkney: A-Z of the Orkney Islands, 2020
Deze week:
133 zeemijlen
11,8 motoruren
Hoi Twan,
Ik vroeg me af hoe het je vergaat met al je voorraden die je ingeslagen hebt. Gebruik je daar nu veel van en vul je ze ook nog aan? Of heb je straks een flinke donatie voor de voedselbank ;).
Fijn dat je reis zo goed verloopt.
Veel plezier samen met Ruben.
Groetjes!
Laura
Nou, dat gaat best goed. Ga wel wat overhouden en wellicht is de voedselbank dan idd een goed idee!
Hai Twan,
We hebben foto’s van jou en jouw zoon gemaakt in de Neptunes Staircase van 19-08 jl.. Mocht je belangstelling hebben dan zal ik ze graag met je delen.
Veel plezier verder op jouw prachtige reis en leuk dat je jouw avonturen en ervaringen deelt!
Goede groet!
Elo
Elo!
Wat leuk! Denk dat ik weet wie je bent. We hebben vele mensen gesproken toen langs dr sluis maar volgens mij maar één Nederlands gezin!
Ik stuur je een e-mail!
Ha Twan, daar was je alweer. Mooi verhaal. En ja een wandelingetje zal je goed doen af en toe, lekker wat klimmen en dalen, goed voor de beenspieren. Geen sportschool kan daar tegenop hè?
Lijkt me prachtig die eilanden, jij ziet ze echt en wij op de plaatjes. Verschil moet er wezen.
Geniet ervan en ook van Ruben, die zal er intussen wel zijn?
Veel groeten uit Overasselt,
Annie en Martin
Beetje beweging kan ik best gebruiken af en toe!
Hey Twan, weer een boeiend verhaal! En weer lekker gezeild! Mooi te zien hoe verschillend deze omgeving is van Scandinavië, ondanks de verbintenis ermee. Andere vergezichten, andere ontmoetingen en miles ipv kilometers! Het lijkt me prachtig, geniet dus weer lekker mee!
❤️
Awesome post Twan, love the way you take the time to discover and really get to know the people and history and places you visit.
Wish you a great onward journey, looking forward to more stories.
Thanks Richard!
Where are you already?
Just leaving Flekkefjord in Norway towards Kristiansand and Gothenburg. From there I’m thinking of taking the Göta canal to south of Stockholm, cuts out the long detour around Sweden. I’m sailing past so many places I’d like to spend more time in….
Göta kanal…. I would definitely do that if I was in your shoes!
Weer een prachtig verhaal!
🙂
Erg mooi om te lezen en vaktechnisch lijkt mij dit heel uitdagend . Ook die stille eilandjes met hun eigenzinnige bewoners is toch heel wat anders dan het grootste deel van het vasteland van het drukke west Europa. Eilanden hebben elk hun eigen gezicht zoals dat ook is in de Caribbean !
Jammer van de camera maar ik neem aan dat de opnames zijn bewaard gebleven .
Veel succes verder . Gies
Hey ome Gies!
Ja opnames heb ik allemaal hoor! Alleen het objectief was kapot en die heb ik inmiddels een (tweedehands) nieuwe!
Eilanden zijn fantastisch. Altijd!
Blijft mooi je te volgen. Caledonisch kanaal lonkt!
Stay tuned voor een verrassing komende woensdag, Marcel!